Zoeken Facebook

De huurovereenkomst

Wat is huur? De definitie van huur is te vinden in artikel 7:201 BWA en luidt:
Huur is de overeenkomst waarbij de ene partij, de verhuurder, zich verbindt aan de andere partij, de huurder, een zaak of een gedeelte daarvan in gebruik te verstrekken en de huurder zich verbindt tot een tegenprestatie.
Hieruit kunnen de volgende voorwaarden worden gehaald:

1. Huur is een overeenkomst

Dit betekent dat de algemene regels van het verbintenissenrecht (Boek 6) op de huurovereenkomst van toepassing zijn, met uitzondering van afwijkende speciale bepalingen. Ook onbevoegde verhuur levert een geldige huurovereenkomst op.

2. Een zaak of een gedeelte daarvan

Hoewel de bepalingen omtrent huur een zaak als uitgangspunt neemt aangezien dit het meest gebruikelijk is, kan het gehuurde ook een vermogensrecht betreffen (art. 7:201 lid 2 BWA). Huur van een gedeelte van een zaak is ook mogelijk, bijvoorbeeld een gedeelte van een muur voor reclame. Het huren van een zaak hoeft niet voor een aaneengesloten periode te zijn, maar kan bijvoorbeeld ook voor enkele dagen per week zijn. Wel moet het verhuurde voldoende bepaalbaar zijn (art. 6:227 BWA). De verhuur van ‘een opslagkluis’ op het vliegveld is niet voldoende bepaalbaar, wel indien de nummer van de specifieke kluis is vermeld.

3. De verhuurder verbindt zich in gebruik te verstrekken aan de huurder

De term ‘in gebruik’ is nieuw ten opzichte van het oude artikel 7A:1565 BWA, waarin werd gesproken van ‘genot’. Hiermee heeft de wetgever duidelijk willen maken dat het enkele verschaffen van genot van de zaak zonder aflevering daarvan de overeenkomst nog niet tot huur maakt. Daarentegen is er wel sprake van huur indien de zaak in gebruik is gegeven, maar de huurder niet in staat is daadwerkelijk het genot daarvan te hebben door omstandigheden die aan hem zelf zijn toe te rekenen.

4. De huurder verbind zich tot een tegenprestatie

Volgens het oude artikel 7A: 1565 BWA was het betalen van een bepaalde ‘prijs’ een voorwaarde voor huur. In  de rechtspraak was al aangenomen dat er bij betaling slechts sprake behoefde te zijn van een ‘tegenprestatie’ die niet perse in geld behoefde te zijn uitgedrukt, hoewel dit in de praktijk in de meeste gevallen wel het geval zal zijn. Wel moet de tegenprestatie voldoende bepaalbaar zijn.

Bij de vraag wat er wel en niet als huur kan worden beschouwd, is de strekking (bedoeling) van de wet doorslaggevend. De feitelijke gang van zaken is beslissend voor de vraag of er sprake is van huur en niet de juridische vormgeving of de naam van het contract.

Scroll To Top
© 2024 Servicio na defensa di consumidor (SEDECO) | Privacy | Cookies | Disclaimer