Zoeken Facebook

De Huurcommissiezaken

De huurcommissiezaken

Een zaak aanhangig maken

Een procedure bij de huurcommissie kan alleen schriftelijk via een verzoekschrift aanhangig worden gemaakt (art. 7:257 lid 1 BWA). De procedure en alle krachtens titel 7.4 opgemaakte stukken zijn vrij van kosten (art. 7:260 BWA). Indien een verzoekschrift onvolledig is ingevuld, biedt de secretaris de verzoeker de mogelijkheid het verzoekschrift aan te vullen en is hem daarbij zoveel mogelijk behulpzaam (art. 7:257 lid 2 BWA).

De behandeling van de zaak

De huurcommissie behandelt geen zaak dan indien drie leden aanwezig zijn (art. 7:258 lid 1 BWA). De huurcommissie kan getuigen of deskundigen (doen) horen, die verplicht zijn te verschijnen en de verzochte informatie te geven (tegen een vergoeding), als ook die door partijen zijn meegebracht (art. 7:259 BWA). De leden en de secretaris  zijn verplicht tot geheimhouding van de beraadslaging en al hetgeen hun in de hoedanigheid is bekend geworden (art. 7:261 BWA). De leden onthouden zich voorts van deelneming aan zaken die hun echtgenoot, bloed- of aanverwant tot en met de derde graad aangaat of waarin een van deze personen als gemachtigde  is betrokken (art. 7:262 BWA).

De oproeping van partijen en van getuigen en deskundigen om bij de behandeling van de zaak aanwezig te zijn geschied met overeenkomstige toepassing van titel 1.10, afdeling 3 van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering inzake de regels met betrekking tot de oproeping bij zaken waarin een beschikking wordt gegeven (art. 7:263 BWA). Huurder en verhuurder kunnen zich door een (schriftelijke) gemachtigde doen bijstaan of vertegenwoordigen (art. 7:264 BWA). De huurcommissie kan, alvorens over te gaan tot behandeling en beslissing van de zaak, een of meer van haar leden opdragen de zaken te onderzoeken, dan wel een plaatselijk onderzoek in te stellen of getuigen of deskundigen te horen (art. 7:265 BWA). De secretaris is bij de zittingen aanwezig en houdt aantekeningen van de inhoudelijke behandeling van de zaak (art. 7:270 BWA).

De beraadslaging en beslissing

De huurcommissie beslist bij meerderheid van stemmen (art. 7:267 BWA). Ieder aanwezig lid is verplicht zijn advies uit te brengen, te beginnen met de jongste lid in leeftijd en de voorzitter als laatste (art. 7:266 BWA). De uitspraak van de huurcommissie wordt op het verzoekschrift gesteld of daaraan gehecht, vermeldt de leden die haar hebben gegeven, en wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend (art. 7:268 BWA). De huurcommissie behandelt en beslist de bij haar aangebrachte zaken zo snel mogelijk en motiveert haar beslissingen (art. 7: 269 lid 1 BWA). De voorzitter bepaalt na afloop van de behandeling de datum van uitspraak en deelt deze aan partijen mede (art. 7:269 lid 2 BWA). Ten slotte wordt de uitspraak bij aangetekende brief aan partijen medegedeeld (art 7:269 lid 3 BWA).

De registers

De secretaris houdt twee afzonderlijke registers bij, namelijk

  • Van de uitspraken van de huurcommissie met betrekking tot huurprijsvaststellingen (‘Vaststellingen’);
  • Van de uitspraken van de huurcommissie met betrekking tot toestemming tot beëindiging van de huur (‘Beëindiging’).

In de vorenbedoelde registers worden alle zaken in volgorde waarin zijn worden aangebracht kort vermeld (art. 7:272 BWA). De secretaris kan op schriftelijk verzoek schriftelijke inlichtingen betreffende uitspraken van de huurcommissie geven (art. 7:271 BWA).

Beroep in huurcommissiegeschillen

Van de uitspraak van de huurcommissie staat zowel voor de huurder als voor de verhuurder gedurende zes (6) weken na de dagtekening van de mededeling beroep open bij de rechter in eerste aanleg (art. 7:246 lid 1 BWA en art. 7:252 BWA). Bij het instellen van beroep bij de rechter in eerste aanleg zijn de afdelingen 3, 4 en 6 van titel 10, boek 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van overeenkomstige toepassing. De rechter in eerste aanleg behandelt en beslist de bij hem gebrachte zaken zo snel mogelijk, en kan of de uitspraak bevestigen of doet hij wat de huurcommissie had behoren te doen (art. 7:246 lid 2 BWA). Tegen zijn beschikking staat geen andere voorziening open dan cassatie in het belang der wet (art. 7:246 lid 3 BWA).

Scroll To Top
© 2024 Servicio na defensa di consumidor (SEDECO) | Privacy | Cookies | Disclaimer